Het Netherlands Genomics Institute (NGI) speelt een rol in minstens vier topsectoren. Het is voor NGI-directeur Colja Laane derhalve een hele uitdaging om de programma’s goed ingebed te krijgen.
Momenteel telt NGI zestien onderzoekscentra, waarvan zes zich richten op Life Sciences & Health (gezondheid), twee op Chemie (Kluyver en Ecogenomics), twee op Agrofood (Nutrigenomics) en een op Tuinbouw (Centre for Biosystems Genomics). Verder zijn er vier centra actief met enabling technologies. Laane: Die vormen een kweekvijver voor nieuwe technologieën, zeg maar nieuw gereedschap, dat de andere centra, universiteiten en bedrijven kunnen oppakken. Het gaat onder meer om bio-informatica, systeembiologie, proteomics, metabolomics, maar omvat ook jonge initiatieven op het gebied van epigenomics, next-generation sequencing en bio-imaging. Al deze tech-centra zijn bezig zich te verenigen onder de vlag van Dutch Techcentres for Life Sciences.”