Go back

Matteüs-effect

Het ‘Matteüs effect’ bestaat in de wetenschap: wie heeft zal gegeven worden. Uit een uitputtend onderzoek van de Volkskrant blijkt dat ongeveer 10 procent van alle Nederlandse onderzoekers meer geld krijgt dan de overige 90 procent. Dat zijn volgens de krant de grootverdieners van de Nederlandse wetenschap.

Veel anderen kunnen daarvan alleen maar dromen, en hooguit proberen aan te haken bij de winnaars. De krant heeft het over ‘het prof. dr. Dagobert-Duck-effect’. Als grote programma’s en speciale subsidies, zoals Zwaartekracht, worden meegeteld, is er een groep van ongeveer twintig wetenschappers die tijdens hun carrière gemakkelijk een factor tien tot twintig meer geld binnenhaalden dan de overgrote meerderheid. Het zijn allemaal mannen (op één psychologe na), hoofdzakelijk fysici, chemici en moleculair biologen, medici of wiskundigen en informatici. De universiteiten van Utrecht, Nijmegen en Leiden domineren de lijst, plus het NKI, de TU/e en de TUD.

Koploper is Hans Bos van het UMCU. Hij haalde tussen 2004 en 2014 ruim 31 miljoen euro op. Goede tweede is Theo Rasing (RU) met 30,6 miljoen, gevolgd door Jos Kleinjans (UniMaas) met 28,5 miljoen, Thomas Hankemeier (Netherlands Metabolomic Centre) 27,5 miljoen, Gert-Jan van Ommen (LUMC) met 23,7 miljoen en Jos Pronk (TUD) met 21,7 miljoen euro.

This article on Research Professional News is only available to Research Professional or Pivot-RP users.

Research Professional users can log in and view the article via this link

Pivot-RP users can log in and view the article via this link.