Wetsus zoekt aanvullende financiering

Onderzoeksinstituut Wetsus in Leeuwarden profiteert sinds 2013 via de provincie Friesland van geld uit Den Haag voor de Noordelijke provincies. Het betreft compensatie voor het niet doorgaan van de Zuiderzeelijn. Aan die geldstroom komt in 2020 echter een einde. Vandaar dat Wetsus gesprekken voert met de ministeries van EZ en IenM, de provincie en de gemeente Leeuwarden over de financiering van het instituut in de nabije toekomst.

Wetsus kan in elk geval verwijzen naar een recente peer review, waarbij het instituut zeer goed uit de bus kwam. Zo’n evaluatie laat het instituut om de zes jaar uitvoeren volgens het zogenoemde SEP-protocol van de VSNU. Deze keer hebben vier hoogleraren uit respectievelijk de VS, Australië, Saudi-Arabië en Singapore naar Wetsus gekeken. Zij zijn onder de indruk van het onderzoeksinstituut en zien het als een van de weinige echte innovatiehubs op het gebied van water in de wereld.

Het programmabudget van Wetsus beloopt dit jaar 15,5 miljoen euro, waarvan een kwart komt van 104 deelnemende bedrijven en driekwart uit publieke middelen, waaronder middelen van de 22 deelnemende universiteiten. “Als van de geldstroom uit Den Haag straks alleen de PPS-toeslag overblijft van een kwartje per euro aan private bijdragen, dan kunnen we daar niet meer van leven. In Brussel zouden we in aanmerking kunnen komen voor regionale subsidies, ware het niet dat Nederland geen prioritaire regio’s heeft aangewezen”, zo schetst Cees Buisman, wetenschappelijk directeur van Wetsus, het probleem.