Fondsen: van projecten naar consortia

“Bij de ontwikkeling van een draagbare kunstnier kiest de Nierstichting ervoor om in de eerste fase zelf aan het roer te gaan staan; om zelf de intellectuele eigendom te verzamelen, uit te zoeken welke kennis ontbreekt, en onderzoek op dat terrein te financieren. Bedrijven stappen vaak pas in als de grootste innovatiehobbel genomen is.”

Dat zegt Tom Oostrom, algemeen directeur van de Nierstichting én voorzitter van de Samenwerkende GezondheidsFondsen (SGF). Het onderzoeksconsortium voor de draagbare kunstnier maakte met geld van de Nierstichting een doorstart nadat hun project door het TTI BioMedical Materials (BMM) was afgewezen. “Deze stap paste in ons nieuwe beleid waarin we een meer ondernemende opstelling kiezen om op die manier een betere zorg voor nierpatiënten te forceren. Dit brengt meer risico’s met zich mee, iets dat we ook duidelijk naar patiënten en donateurs communiceren. ”Oostrom hoopt dat een eerste versie van een draagbare kunstnier, die patiënten moet bevrijden van urenlange ziekenhuisbezoeken, over vier jaar het daglicht ziet. “Daarvoor moeten we de technologie miniaturiseren en efficiënter maken.” Ook de EU steekt daar inmiddels geld in. In totaal gaat het om een project van 5 miljoen euro.