Go back

Eerste geldstroom moet gekanaliseerd

Het budget voor ongebonden onderzoek en de financiële ruimte om in onderzoeksfaciliteiten te investeren staan te veel onder druk, erkent minister Jet Bussemaker in haar Kamerbrief over het bekostigingsmodel voor universiteiten. Zij komt echter niet met een oplossing, alleen met een aantal denkrichtingen. Die gaan Kamerlid Eppo Bruins (ChristenUnie) echter niet ver genoeg.

“Een nieuw kabinet moet het geld anders durven te verdelen: door meer te investeren in bèta- en techniekonderzoek en minder in de afgelopen jaren sterk gegroeide gammawetenschappen”, stelt Bruins. “Dat kan door extra en gericht te investeren in bèta- en techniekonderzoek via NWO en door in het verdeelmodel voor de eerste geldstroom meer gewicht te hangen aan onderzoeksparameters, zoals het aantal promoties. Nu wordt een te groot deel van het geld voor universiteiten verdeeld op basis van de keuzes van zeventienjarigen, die massaal kiezen voor studies als communicatiewetenschappen.”

De Kamerbrief van Bussemaker maakt duidelijk dat een steeds groter deel van de eerste geldstroom wordt verdeeld op basis van onderwijsparameters, zoals aantallen studenten en afgestudeerden. Zo is de verhouding tussen onderwijs en onderzoek verschoven naar 50/50, terwijl die in 2000 nog 35/60 was. Dat komt doordat de parameters in het onderwijsdeel van het verdeelmodel de afgelopen jaren harder zijn gegroeid dan die van het onderzoeksdeel, vooral door de groei van het aantal studenten. Doordat de pot met geld in dezelfde periode maar beperkt is gegroeid (6 procent tussen 2011 en 2016), zijn de studiekeuzes van studenten de verdeling van het beschikbare geld tussen de individuele universiteiten sterker gaan beïnvloeden.

This article on Research Professional News is only available to Research Professional or Pivot-RP users.

Research Professional users can log in and view the article via this link

Pivot-RP users can log in and view the article via this link.