Strategische partnerships

Grote bedrijven gaan steeds vaker strategische samenwerking aan met universiteiten. Er ontstaan een soort gemengde huwelijken, waarin partners intensief grensverkeer nastreven maar tegelijk gepaste afstand tot elkaar moeten bewaren om belangenverstrengeling te voorkomen. Bij de samenwerking lopen zij tegen verschillende issues aan. Om daarmee goed te kunnen omgaan en de samenwerking tot een succes te maken, is een kader nodig waarmee de partners en andere belanghebbenden de publieke en private belangen, kansen en risico’s tegen elkaar kunnen afwegen.

Dat adviseert het Rathenau Instituut in zijn rapport ‘Bedrijf zoekt universiteit’. Voorbeelden van strategische partnerships zijn die van ASML, UvA en VU in ARCNL (nanolithografie), die van de Bosch en UvA in DELTA Lab (kunstmatige intelligentie) en Microsoft en TU Delft in Station Q-Delft (quantumcomputers).

Het betreft een nieuwe vorm van publiek-private samenwerking, waarbij de onderzoekssamenwerking selectiever, intensiever en langduriger is dan bij andere PPP-varianten en waarbij de partners profiteren van elkaars kennis, data, systemen en faciliteiten. De opkomst van deze partnerships heeft volgens het Rathenau Instituut te maken met het streven naar open innovatie, waarbij grote bedrijven één of enkele centrale researchcentra in de wereld inbedden in lokale kennissystemen van universiteiten, onderzoeksinstituten en toeleveranciers.