Go back

Gene editing heeft veel potentie, én dilemma’s

De ontwikkeling van gene editing roept veel ethische vragen op. Aan het UMC Utrecht werkt promovenda Nienke de Graeff daarom onder leiding van prof. Annelien Bredenoord aan begeleidend onderzoek in het NWO-project ‘Biosafety of novel gene editing systems’. Het doel is om samen met de groepen van Niels Geijsen (Hubrecht Instituut) and John van der Oost (WUR), en diverse stakeholders deze nieuwe technologie te evalueren.

De Graeff vertelde daar onlangs over tijdens een symposium over Clustered Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats (CRISPR) en CRISPR-associated genes (Cas) aan Wageningen UR. In het project zullen onder andere de mogelijke toepassingen van zogenoemde gene drives onderzocht worden. Gene drives, gebaseerd op CRISPR-Cas, werken alleen tijdens de geslachtelijke voortplanting, dus niet in virussen en bacteriën. Het zorgt ervoor, dat een genetische eigenschap zich relatief snel in een populatie kan verspreiden.

Gene drives kunnen volgens Nienke de Graeff mogelijk in de toekomst helpen om ziekten die verspreid worden door muggen en andere dragers te elimineren. Ze zorgen ervoor, dat bijna alle nakomelingen van gemodificeerde dragers, inclusief muggen, een bepaalde ziekte niet over kunnen dragen. Ook valt te denken aan het verhogen van de productiviteit van landbouwhuisdieren of het verbeteren van dierenwelzijn. Als koeien door genetische modificatie geen hoorns hebben, hoeven geen hoorns weggesneden te worden. Maar toepassing van de technologie op landbouwhuisdieren is volgens Niels Geijsen eigenlijk niet realistisch, omdat deze zich te langzaam voortplanten.

This article on Research Professional News is only available to Research Professional or Pivot-RP users.

Research Professional users can log in and view the article via this link

Pivot-RP users can log in and view the article via this link.